Jan en Ada; Ede

Reisverhaal 2017 Jan en Ada Feenstra naar Slovenië en Istrië

We hadden na 40 jaar onze boot verkocht. Een zelfde manier van vakantie vieren is het trekken met een camper, en dat hadden we in 2016 uitgebreid gedaan met een buscamper van Oortgiese: zes weken Noorwegen. De camper, de service en de prijs-kwaliteit bij Janno en Joost maakten de keus voor weer vier weken in het voorzeizoen in 2017 niet moeilijk.
In plaats van Koningsdag konden we de camper na overleg een dag eerder ophalen. We hebben hem ook weer een dag eerder teruggebracht. Soepel allemaal. Janno was op vakantie, dus werden we wegwijs gemaakt door Thea en die kan het ook heel charmant ;).
De 6 m buscamper 3 bevalt ons uitermate goed. Deze was weer helemaal nieuw, met een sterkere 150 pk motor en grotere wielen. Een genot om mee in de bergen of op wat mindere wegen te rijden! Het gaat allemaal net wat soepeler en comfortabeler. Voor ons hoeft het niet groter of breder.
Snelwegen hebben we amper gezien deze tocht. Ons reisdoel was Slovenië, en we konden het rustig aan doen. Hoewel rustig… als 1 mei na een weekend valt merk je niks van ‘voorseizoen’ in Duitsland en al helemaal niet in de buurt van een ‘Bad Ergens’. Het lijkt wel of alle camperaars met een D ineens bij een waterbak met mineralen willen staan. Gelukkig konden we met onze Pössl in Aulendorf bij de fabriek van concurrent Carthago overnachten. En nog gratis ook.
Soms kom je onverwachts op een plek te staan waarbij je woorden als oase, rust, ruimte, topkwaliteit invallen. Zo’n camperplaats vonden we in Oostenrijk, aan de 320, Putterer See in Aigen. Of Kekec bij Maribor. Perfecte camperplaatsen om een paar dagen te blijven. Maribor was trouwens de enige stad in al die weken die we vanonder een paraplu moesten bekijken. Bij terugkomst viel het buitentafeltje op de plu: kapot. Meteen een nieuwe gekocht, die we verder niet meer hebben gebruikt…
Aan de westkant van de Alpen was het slecht weer. Daarom hebben we de route via Saltzburg gekozen en kwamen Slovenië dus aan de Oostkant binnen. De aanbevolen route met bezienswaardigheden in omgekeerde volgorde was iets lastiger te lezen, maar mooi weer is ook wat waard. Oost-Slovenië is wat ‘gemoedelijker’ met bergen dan het westen. Met veel wijnbouw en de onvermijdelijke wijnproeverijen, gerund door coöperaties van wijnboeren. Gelukkig, ruimte genoeg in de kast onder de zitbank…
De hoofdstad Ljubljana is een prachtige stad met de nodige toeristen, en terecht. De voorraad Chinezen voor een busreis lijkt onuitputtelijk. Ook hier. We stonden twee dagen op het Ljubljana Resort, omdat het was aangeprezen als goede uitvalsbasis voor een bezoek aan de stad. Dat is ook zo. Tegelijk zie je dat zo’n camping ouder is, massaal bezocht en wellicht daardoor wat meer rommelig en afgeleefd. Dit soort grote campings als standplaats is bij ons niet echt favoriet.
Kamp Tura, bij Vipava, is daar het tegendeel van. Het wordt gerund door Bojana Curk, met afstand de aardigste gastvrouw van onze reis. Voor een prachtige bergwandeling leende ze zelfs haar loopstokken aan ons uit.
Niet ver van Vipava ligt Kobarid. Vanuit Kamp Koren kun je prachtig wandelen, maar ook bergklimmen en wildwatervaren op de turquoise Soča rivier. In de Julische Alpen kom je zo nu en dan restanten tegen van kabelbanen die zijn gebruikt bij de bevoorrading van legers in WO I. In het stadsmuseum van Kobarid leerden we hoe bloedig hier slag geleverd is in de bergen, tussen de Oostenrijk-Hongaarse en Italiaanse legers. Dan word je met de neus gedrukt op de woelige geschiedenis van het land, altijd tussen machtige staten in. Door het front zijn de inwoners in deze streek rond Kobarid in korte tijd tientallen malen van nationaliteit veranderd!
We hadden tijd om Istrië te verkennen. Langs de kust, met alle plaatsen die je in Italië doen wanen, en het binnenland waar wolken tegen de bergruggen uitregenen. Landschappelijk mooi, en over het algemeen minder toeschietelijke mensen. Grote campings zijn bijna onvermijdelijk en de service soms ‘zakelijker’. Zo werkte onze ACSI-pas daar niet en moesten we onze paspoorten afgeven. En wij ons maar afvragen wat de ‘lokale voorschriften’ dan wel inhielden?
Als waardig afscheid van Slovenië hebben we op de terugweg de oude doorgaande weg via Bovec en Trenta naar Bled genomen. 48 haarspeldbochten, de Vršič pas van 1611m en soms smalle stukken weg. Maar de camper gromde zich met hoorbaar genoegen naar boven en weer omlaag, soepel schakelend met zijn automaat. Een genot! Het enige wat de motor ervoor terugverlangde was een beetje aandacht… Na een nachtje scheef staan meldt hij dat hij ons olieniveau beneden alle peil vindt. Om van het gezeur af te zijn geven we hem een slokje goede olie en krijgen daarna volledige Fiat om verder te gaan.
Terug naar NL. Volgens onze gewoonte vinden we nog een paar dorpen met prachtige binnensteden en dito camperplaatsen, zoals Kitzingen, Ebern en Waldeck. De laatste natuurlijk met uitzicht op de Eder See. In Ebern zien we nog net hoe de tweedaagse lokale pelgrimage met de blaaskapel wordt ingehaald. De pelgrims werden na dagen mooi weer alsog kletsnat van de hoeveelheid wijwater die meneer pastoor met een toiletborstel rondzegende.
Net op tijd weer terug voor de verjaardag van onze kleinzoon en het goed afleveren van de camper bij Janno. Wat is het dan wennen, in je eigen autootje, zo dicht op de weg…! We zijn alweer begonnen met sparen voor een volgende Oortgiese-campervakantie…

door Janno Maljers

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *