Hans, Manuela en Minke
Reisverhaal zomervakantie 2021 Het was even spannend, er waren geen campers meer om te verhuren! Gelukkig werd het camper park uitgebreid en kregen we in februari te horen dat we toch konden gaan! Dit zou ons derde jaar worden en inmiddels waren we helemaal om. ‘Camperen’ is gewoon hartstikke leuk. Op ons wensenlijstje stond wederom Noorwegen. Waren we het eerste jaar naar de Lofoten geweest en vorig jaar noodgedwongen in Oostenrijk door Corona, nu zou het wel lukken toch? Nee dus, want onze dochter van 11 mocht Noorwegen niet in. Dan gaan we naar Zweden, the next best thing. We hadden al even wat gezocht en ons leek de Wildernisroute (Vildmarksvägen) wel mooi. Deze route van bijna 500 km ligt in één van de mooiste gebieden van Zweden en heeft veel bezienswaardigheden. Op vrijdag 16 juli hebben we de camper opgehaald, een splinternieuwe Sunlight met een paar duizend km op de teller. Gauw naar huis om te gaan pakken en ondanks dat we elk jaar denken, niet zoveel mee, pakken we toch bijna weer te veel in. De fietsen laten we wel thuis dit jaar. Van Janno konden we een e-step huren en we hebben nu al voorpret bij het idee hem te gebruiken. Zaterdag vertrekken we en ondanks alle testen, QRcodes en passen worden we nergens gecontroleerd. We rijden via de bruggen over de grote Belt. Dan richting Malmö, Husqvarna (leuk museum!) langs het Vättermeer, Gävle en Sundsvall. Dan steken we door naar Strömsund waar de route start. In Strömsund bezoeken we de botanische (klein maar fijn) tuin en halen wat informatie op bij het VVV over de Vildsmarksvägen. We hadden al contact met de huskyfarm (Vedjeön) gehad die op de route lag. We kamperen langs de hobbelige gravelweg aan het water. En zoals zoveel parkeerplekken in Zweden, ook hier een droog WC, stookplek en shelter waar je kan schuilen voor wind en regen. Geweldig. De huskyfarm is een groot succes, puppen knuffelen, rondleiding van gepassioneerde eigenaren en een wandeling met husky’s. Afgesloten met een Moose burger boven het kampvuur. We rijden door op de gravelweg richting Gäddede en stoppen bij Hällingsafållet, wederom op een parkeer/picknickplek om te overnachten. De watervallen die we de volgende dag zien zijn prachtig en een wandeling langs de rivier omhoog is ook zeker de moeite waard. We rijden verder naar Jormvattnet en op een camping aan het meer parkeren we voor de nacht. Ook kunnen we daar alles bij en afvullen wat na twee nachten geen overbodige luxe is. Omdat we niet van tevoren boeken of plannen is het wel handig om, op moment dat het kan, te af en bijvullen. Dan zit je net even iets rustiger. Na wederom een waterval bekeken te hebben rijden we de Stekenjokk op. Deze weg is slechts beperkt geopend i.v.m. de sneeuw die nog heel hoog (6 meter) kan liggen in het voorjaar. Stekenjokk is het hoogste gedeelte van Zweden hebben we ons laten vertellen. Het landschap is prachtig en we spotten rendieren die in kuddes langs de hellingen grazen. Omdat we richting de poolgrens gaan is het veel langer licht en zijn de zonsondergangen heel mooi! Ook hier parkeren we weer langs de weg en genieten van al het moois wat we zien en de stilte.. Wat een ruimte. De dag erop komen we weer prachtige watervallen tegen en omdat het behoorlijk warm is blijven we nog even langer genieten. Met een beetje spijt komen we weer in bewoond gebied. Bij Klimpfjäll bezoeken we een Sami openluchtmuseum en rijden door naar Saxnäs (Trappenwatervallen). De dagen erop gaan we langs Dorothea en bezoeken de beeldentuin van kettingzaagkunstenaar Kenneth Nielsen, een oldtimermuseum in Hoting en daarmee is het rondje af. Met nog best veel tijd over besluiten we om via de binnenwegen naar Gränfors Bruk te rijden. Daar is een wereldberoemde fabriek van bijlen die we heel graag wilden bezoeken. Helaas is de fabriek tot december gesloten i.v.m. corona. Jammer maar we kunnen wel wat rondkijken in het kleine dorpje waar eigenlijk best veel toeristen rondlopen. We rijden verder richting Mora. Daar kijken we bij de werkplaats waar het Dalapaardje van Zweden wordt gemaakt. En om in de paarden te blijven boeken we de SunDance Ranch in Ekshärad een paar nachten. We staan aan een brede rivier met prachtig uitzicht. De paarden komen elke ochtend en avond voorbij de camper en je kunt, naast rijden ook heerlijk hamburgers eten. Met wat tegenzin verlaten we na drie dagen deze mooie plek weer om richting Denemarken te gaan. De ruimte went heel snel en het idee dat we zo meteen weer op drukke wegen en plekken te komen staat ons wat tegen. Maar onze campertijd zit er weer bijna op. We zakken af naar Denemarken, komen in een file te staan (voor het eerst sinds 2 jaar) en gaan via de veerboot Rødby in slechts 45 minuten naar Puttgarden. Op de veerboot worden we ook weer geconfronteerd met de mondkapjes en Corona. Dat is toch wennen na bijna 3 weken mondkapjes vrij te zijn geweest. Eenmaal in Puttgarden komen we meteen in de drukte terecht. Pfoe. Weer een grote file en uiteindelijk komen we weer thuis. Het zit er weer op. Met een paar duizend kilometer op de teller erbij leveren we de heerlijke camper weer in bij Oortgiese. We hebben wederom genoten. En als mensen ons vragen wat ons nu zo trekt aan een camper? Dan is dat het gevoel van vrijheid en toch alles bij je hebben, een huisje op wielen. Op naar de volgende keer. Hans, Manuela en Minke |
Geef een reactie